De bevochtiging is een handeling waarbij een verzadigde luchtstroom in contact wordt gebracht met water, dat op deze manier wordt gekoeld. Het water wordt gekoeld omdat de uitgaande licht een deel van het water meeneemt, wat dus verdampt, waardoor er warmte aan het water in de vorm van latente warmte of verdamping wordt onttrokken. Zeer droge omgevingen zijn ongezond, vooral voor pasgeborenen, ouderen en personen met ademhalingsproblemen. Het is derhalve zeer belangrijk om in de omgeving een constant vochtigheidsniveau te garanderen om de luchtwegen te bevochtigen. Bevochtigers zijn dus een uiterst nuttig instrument voor het voorkomen van longaandoeningen of -problemen; symptomen als irritaties van de luchtwegen of roodheid mogen niet verwaarloosd worden. Aanbevolen wordt om luchtbevochtigers vooral in de winter te gebruiken, wanneer de in de woning functionerende radiatoren de omgevingen door hun hoge temperaturen zeer droog maken, met een niet-uniform temperatuurspectrum.
Het gebruik is uiterst eenvoudig: vul het reservoir met kraanwater, sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet en regel het gewenste vochtigheidsniveau in de omgeving met de bedieningselementen. Enkele meer geavanceerde modellen, zoals het model ACQUASPA, hebben ook de functie WARME STOOM voor de afgifte van warm stoom, in staat om de bacteriële verontreiniging van de lucht te verminderen.
WAT IS HET JUISTE VOCHTIGHEIDSNIVEAU?
Het absolute vochtigheidsniveau van de lucht is afhankelijk van de temperatuur. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer waterdamp er nodig is voor de condensatie in microscopische waterdruppeltjes (100%). Om deze reden wordt de relatieve vochtigheid in overweging genomen (verhouding vocht/temperatuur). De ideale relatieve vochtigheid moet tussen 40% en 55% liggen (afhankelijk van het seizoen!); onder deze drempel droogt het slijmvlies uit en zal transpiratie te snel verdampen (uitdroging). Boven deze drempel zal transpiratie niet verdampen, worden er gemakkelijk schimmels gevormd en een drukkend gevoel veroorzaakt.
